Slaphangende vorktracering 0000.0011

 

        Literatuur

- Haslinghuis, E.J. & H. Janse, Bouwkundige termen. Verklarend woordenboek van de westerse architectuur- en bouwhistorie. Leiden (Primavera Pers), 20014e druk/1e druk: 1953 [643 blz. ISBN 90.74310.77.X]. Hierin "Vorktracering": blz. 499 (de twee varianten zijn getekend, maar niet benoemd)

- Tolboom, H.J., Venstertraceringen in Nederland. Deel in de serie 'Restauratievademecum, RV-bijdrage' nr 18. Zeist (Rijksdienst voor de Monumentenzorg), 's-Gravenhage (Sdu-Uitgeverij), 1998. [111 blz. ISBN 90.12.08605.1]. Hierin "Slaphangende tracering": blz. 17 ("zogenoemde slaphangende tracering: de banen zijn getrokken vanuit één punt met een verschillende straal"), 26, 77 ("Vorktracering: tracering waarvan de banen evenwijdig lopen aan de vensterboog of waarvan de banen hetzelfde porringpunt hebben als de vensterboog (slaphangende vorktracering)" - dit is de relevante tekst volledig), 86